Met deze column wil ik niemand in het harnas jagen, ik wil alleen even kijken vanuit een ander perspectief.
Na de publiciteitsgolf over de neergeschoten leeuw Cecil door een Amerikaanse tandarts, was dit weekend nogal wat commotie over de neergeschoten olifant door een Duitse jager. Een late talkshow besteedde er aandacht aan en zelfs het grootste ochtendblad opende zaterdag met de foto op de voorpagina. Uiteraard keur ook ik de jacht op de leeuw en olifant met klem af. Dergelijke schoonheden moeten door duizenden natuurliefhebbers kunnen worden bewonderd.
Nu even terug, sinds de prehistorie wordt er op dieren gejaagd. De mammoetjagers zijn hier een voorbeeld van: zij gebruikten het vlees om in leven te blijven, de huiden voor kleding en de tanden als steunpilaren voor hun tenten.
Tegenwoordig jaagt men vooral vanuit het oogpunt van wildbeheer, wat in bepaalde gevallen echt nodig is. Daarnaast is er nog een categorie; de jacht voor de kick. Het enige eventuele voordeel van deze laatste categorie kan zijn dat in de armere landen er in ieder geval een aantal mensen werk en inkomen aan overhouden. Er verdwijnt echter via die betaalde vergunningen ook veel geld in de beroemde achterzak en wordt niet, zoals vaak wordt beweerd, geïnvesteerd in natuurbescherming.
Nu mijn punt: enkele weken geleden, liep ik in Amsterdam de Global March en met mij duizenden mensen in tientallen steden wereldwijd. Wij liepen om aandacht te vragen voor het ongelofelijke uitmoorden van tientallen olifanten, neushoorns en leeuwen. Jaarlijks worden er duizenden olifanten afgeschoten voor hun ivoor en neushoorn-hoorn en leeuwenbotten worden nog steeds verwerkt in medicijnen terwijl wetenschappelijk is bewezen dat dit niets doet. Dit soort berichtgeving zou mijns inziens veel meer aandacht moeten krijgen om vooral een aantal Aziatische regeringen wakker te schudden. Wij zijn de wereld namelijk op een verschrikkelijke manier aan het verarmen. De media kan hier nog steeds een belangrijke rol in spelen. Die ene olifant of leeuw neerschieten is een schande, maar voor het zinloos uitmoorden van hun soortgenoten is weinig aandacht. Dit moet veranderen, want voor het doden van zoveel mooie dieren kan ik geen fatsoenlijk woord verzinnen