In mijn rol als mentor van EAZA heb ik de dierentuin van Kharkiv, Oekraïne bezocht. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er enigszins tegenop zag vanwege het door de regering uitgegeven negatieve reisadvies. Dat is ook de reden dat ik vorig jaar niet ben geweest, maar nu was de keuze: gaan of het mentorschap opzeggen. Dat laatste vond ik geen juiste beslissing, omdat ik vind dat de kinderen van Kharkiv recht hebben op een fatsoenlijke dierentuin.
Sinds mijn laatste bezoek is er wel wat veranderd, maar de dierentuin verdient toch nog enige aandacht. Er zijn twee mooie verblijven gebouwd voor de berggeiten in verband met het 120-jarig bestaan van de dierentuin. Uit politieke overwegingen is er ook een nieuw verblijf gebouwd voor de jachtluipaarden. De burgemeester vindt jachtluipaarden erg leuk, dus dat is goed voor de subsidie die hard nodig is.
Mijn credo is altijd: ‘dier, bezoeker, staf’, tussen die partijen moet een samenwerking bestaan waarbij niemand nummer één is. Dit ligt hier erg moeilijk, want van communicatie tussen de directie en de werkvloer is geen sprake. Met de wensen van het publiek wordt ook weinig rekening gehouden, zo ligt er bij de ingang van het park een ruim hoefdierenverblijf waar één damhert in rondwandelt.
Het voorstel is nu om in dat verblijf de bizons neer te zetten. In het huidige bizonverblijf, wat een soort natuurlijke vallei is, past prima een aantal beren. Zij zitten nu individueel in kleine verblijven. Enige aanpassingen zijn dan wel nodig, maar dan heb je ook wat.
Zo loop ik het hele park door om inzichten te delen over het dierenwelzijn. Vaak kun je met natuurlijke zaken als takken, zand en boomstammen al veel doen. Wij noemen dit verrijking. Ik realiseer me goed dat wij nog een lange weg te gaan hebben, maar als ik naar de resultaten in de Balkanlanden kijk, waar de aanpassingen ook echt werken, heb ik alle hoop voor de toekomst.