Gelukkig ben ik weer gezond teruggekomen uit Zuid-Afrika waar de temperaturen extreem hoog waren. De vorige keer heb ik geschreven over de vele nijlpaarden die bezwijken vanwege de extreme hitte. Er moet op korte termijn heel veel water gaan vallen, anders valt deze soort met bosjes tegelijk om. In al die jaren dat ik nu het Krugerpark heb bezocht, heb ik de dammen nog nooit zo droog zien staan. Er zit haast geen water meer in. Oppervlaktes van honderden vierkante kilometers staan kurkdroog, alleen in enkele grote rivieren zit soms nog een klein laagje water. Nijlpaarden trekken daarom naar die plekken toe en maken daar stevig ruzie met de oude bewoners, met als gevolg dat veel dieren gewond raken of zelfs sterven.
Op de plekken langs de rand, waar nog wat gras groeit, is dit ook het geval. De dieren trekken steeds verder weg om op zoek te gaan naar voedsel, maar dit kost veel energie. Nijlpaarden kunnen heel slecht tegen de brandende zon en als zij geen gras vinden, raken de dieren uitgeput met de dood tot gevolg.
Het is bijzonder om te zien hoe de natuur op deze manier wel voordelen heeft voor andere diersoorten zoals gieren, maraboes, hyena’s en jakhalzen. De karkassen zijn voor hen een onuitputtelijke en makkelijke voedselbron. Voor het eerst was ik in staat om dit tafereel uitgebreid te fotograferen en van dichtbij waar te nemen. Je moet er wel de tijd voor nemen en daarom ben ik drie uur op een vaste plek blijven staan. Het was een prachtig schouwspel, hoewel je de lijkenlucht op de koop toe moet nemen. Wat ik mij altijd al afvroeg, is waarom er een aantal gieren aan het wachten zijn, totdat zij kunnen eten, terwijl andere gieren zich te goed doen aan het kadaver. Na lang observeren, ben ik er achter gekomen: gieren steken zo veel tijd, kracht en energie in het verorberen van een maaltijd, dat zij zich daarna terugtrekken en uitrusten. Hierdoor kan de volgende groep aan de gang en trekken zij ieder dun sliertje vlees met een enorme inspanning los. Zo blijft iedereen in beweging.
Tijdens de reis heb ik ook veel leeuwen en panters gezien. Panters blijven redelijk uniek en prachtige dieren. Je ziet hen soms wandelend over de weg, maar als zij op een tak liggen, zijn zij een waar foto-object. Op deze momenten heeft de panter veel bekijks. Auto’s verzamelen zich op één punt en iedereen wacht totdat er een panter uit de boom springt en een impala verslindt. Dat geduld heb ik niet, dus ik ben verder gereden en gestopt bij een rustende olifantenfamilie. Het is verbazingwekkend hoe een vijftiental olifanten op een kleine schaduwplek kunnen staan van maar een paar vierkante meter. De baby’s tot twee jaar liggen tussen een woud van poten diep te slapen en toch beweegt alles. Slurven, oren en poten, alles past in elkaar en blijkbaar stoort niemand zich aan elkaar. Op een willekeurig moment besluit de oudste koe om op te stappen. Drie minuten later is de groep volledig opgegaan in de bebossing. Het enige wat er nog te horen is, zijn afbrekende takken die zij nuttigen tijdens de wandeling. Het geheel bij elkaar blijft een schitterend kijkje in de keuken van de natuur.