bavianeneiland media_xxl_1126670Het is alweer ruim vijftien jaar geleden dat onze Stad der Oudheid werd ontwikkeld. In dit themagebied wonen dieren die in de oude culturen ook in de stad leefden. Naast ezels, gieren en tijgers kwam hier een fikse groep mantelbavianen te wonen. Eén van de gebeurtenissen die mij nog heel helder voor de geest staat, is het moment dat de dieren aankwamen.
Zij kwamen in twee transporten, maar wel op dezelfde dag. Alle volwassenmannen zaten apart in een transportkist, moeders met jong uiteraard bij elkaar en de andere vrouwtjes zaten met z’n tweeën. Het loslaten in het binnenverblijf was een prachtvertoning. De mannen keken reikhalzend uit naar wie er uit een transportkist kwam.

Was het een dame van zijn harem, dan sprong hij onmiddellijk naar voren om het vrouwtje bij zich te voegen. Na tien minuten had iedere vent zijn harem weer bij elkaar.

Na enkele dagen mochten de apen het eiland op. In het begin waren zij erg schuchter, alles was nieuw en overal kon een vijand zitten. Vooral bij de rotsblokken waren zij erg voorzichtig, want deze dieren hebben een aangeboren angst voor slangen. Toen alles veilig bleek, namen zij het domein volledig in bezit en gedroegen zich of zij hier al jaren de baas waren.

Deze winter was het echter tijd om het eiland onder handen te nemen, want van de oorspronkelijke inrichting was weinig meer over. Er lag veel zand in de gracht, er waren rotsblokken in het water gerold en het houtwerk was compleet gesloopt. Vooral het hoofdeiland heeft nu andere schuilgelegenheden gekregen van steen. Dit is op zo’n manier gebeurd dat bezoekers de apen te allen tijde kunnen zien. Het mooie is dat de apen vanuit hun nachtverblijf de hele verbouwing hebben kunnen zien, maar toen op zaterdag de deur werd geopend om naar buiten te gaan, bleven zij halsstarrig weigeren om de voor hun nu wat vreemde plaats te betreden. Nadat het oudste opaatje letterlijk naar buiten werd geduwd om de plek te verkennen, durfde ook de rest van de groep te kijken. Lering van dit verhaal: de oudste moet schijnbaar toch het goede voorbeeld geven.