Het waaide veel en hard afgelopen zaterdagavond. Rond 19:00 uur ben ik toch maar even in het park gaan kijken of alles goed ging. Gelukkig zijn er alleen wat takken afgewaaid en wat losse dingen verplaatst. Na de ochtendronde van de parkdienst, lijkt het weer alsof er niets is gebeurd.
Vaak hoor ik: “Hebben de dieren geen last van dit herfstweer?” Het antwoord is: “nee, want de dieren die het nodig hebben, hebben schuilgelegenheid, een tochtvrij of verwarmd nachtverblijf en de keuze om hier gebruik van te maken. De uilen, lynxen en kamelen hebben er sowieso totaal geen moeite mee, zij trekken zich nergens iets van aan. Een dikke en vooral vette wintervacht zorgt ervoor dat geen druppel water de huid van de kamelen bereikt. In de koudste streken van Siberië, waar de kamelen van oorsprong voorkomen, kan het dertig graden vriezen. Voor hen is deze Hollandse herfst een buitenkansje, om lekker ontspannen buiten te gaan liggen herkauwen.”
Kamelen bewonen ons park al sinds de opening in 1948. Tientallen zijn hier geboren, zelfs wel drie veulens tegelijk. Wat een prachtige attractie was dat, drie van die belhamels die elkaar de hele dag bezighielden. Als het eens gebeurde dat een merrie onvoldoende melk had, dan werd het veulen met de fles bijgevoerd Marjo Hoedemakeronder toeziend oog van moeder. Tegenwoordig als dit voorkomt, laten wij het veulen zo snel mogelijk wennen aan de fles en plaatsten die fles dan in een vaste houder.
Op deze manier is er geen direct contact met de verzorgers, want het is uiterst belangrijk dat het veulen wel kamelengedrag leert en zich niet op mensen focust.
Een jong bezoekertje overigens, vertelde mij deze week: “Een kameel is een dromedaris die nog niet klaar is.” Iets om over na te denken.