De dierentuin is recent getroffen door een overstroming en tijdens mijn bezoek zag ik hoe ernstig de situatie is. Waar voor de overstroming prachtige grote katten leefden, is nu een modderveld te zien. Alleen een hekwerk van het nijlpaardenverblijf staat nog eenzaam overeind.
Het weerzien met de medewerkers was ook erg emotioneel, een blik was voldoende om elkaar te begrijpen. Toen mij de plek werd gewezen waar drie medewerkers als ratten in de val waren omgekomen, was iedereen terug bij dat vreselijke moment.
De ramp had zich in enkele minuten afgespeeld. Een autotunnel, die in een achthonderd meter hoger gedeelte van de stad lag, was verstopt geraakt door modder en rotsblokken. Daar hoopte zich een waterreservoir op die door de enorme druk openvloog als een champagnekurk van de fles. Mij werd verteld dat het water met een snelheid van 50 km en 500.000 liter per seconde op het lager gelegen deel van de dierentuin af stroomde. De directeur zag het gebeuren vanaf een gebouwtje en moest enkele seconden later omhoog klimmen om zijn leven te redden. Het water steeg in een tijd van vijf minuten tot dertien meter hoogte. Alles in de kolkende massa werd meegesleurd of vernietigd.
In het laagste gedeelte stonden verblijven voor leeuwen, tijgers, beren, een hyena en wilde zwijnen. Een aantal dieren verdronk en een aantal kwam door het water boven het hekwerk uit. Deze dieren zwommen naar de bomen. Vooral de tijgers zijn in dit geval goede klimmers, maar praktisch alle uitgebroken dieren werden direct door de politie doodgeschoten zodra zij werden ontdekt. Achteraf is daar veel over te zeggen, maar in dit soort panieksituaties bleek er in het kader van de veiligheid geen andere optie. Het was voor de tuin onmogelijk vast te stellen of alle dieren waren geborgen, er lag immers een metersdikke modderlaag over het gebied.
Hoe nu verder? In mijn volgende column vertel ik hoe wij samen tot een plan komen.