Het begint al bij de kassa; er worden tegenwoordig namelijk honderden kaartjes online verkocht. De voorraad van de winkels wordt ook via de computer geregeld en na het dagje uit kun je het parkeerterrein verlaten met de abonnementspas. Het knapste vind ik onze dierinformatie. Op onze kindvriendelijke bebording in het park is alleen de basisinformatie over een dier te vinden. Iedereen die meer wil weten, kan via de gedownloade app alle informatie over onze bewoners vinden.
Zelf ben ik helemaal niet zo’n ‘nerd’. Ik kan mailen en via Google alles vinden, maar bij het overzetten van een foto voor mijn presentaties heb ik nog altijd de hulp van onze fantastische kantoordames nodig. Zij zijn altijd bereid om mij te helpen en leggen geduldig uit hoe het werkt, al ben ik dat de volgende keer weer totaal vergeten. Zelf denk ik niet dat het een kwestie van intelligentie is, meer een gebrek aan serieuze belangstelling. Uiteindelijk kan ik me nog steeds redden.
Onze dieradministratie is uiteraard ook gedigitaliseerd. Ieder dagrapport wordt verwerkt en wij (ik niet) kunnen alles van onze huidige en oud-bewoners met een paar drukken op het toetsenbord terugvinden. Afkomst, geboorte, ziekte en nog veel meer. Van sommige dieren is zelfs de hele stamboom bekend. Zo zie je bijvoorbeeld wat onze chimpansee Mike allemaal heeft meegemaakt in de bijna vijftig jaar dat hij bij ons woont en ook al zijn nakomelingen wereldwijd kun je terugvinden. Dit is vooral te danken aan de microchip, ter grootte van een rijstkorreltje, die de dieren hebben ontvangen.
Neem bijvoorbeeld onze 65 flamingo’s. Wij kunnen hen goed herkennen aan hun pootring, maar bij verhuizing wordt ook altijd de chip afgelezen. Het mag nooit zo zijn dat als er een aantal dieren verhuizen, omdat je nieuw bloed in de populatie wil, je later nakomelingen van diezelfde vogels terugkrijgt. Het is van groot belang dat iedereen in de Europese dierentuinclub daar intensief aan meewerkt. Samen sta je sterk.